Pale-breasted Thrush (Turdus leucomelas) |
De boontjedief, bonkidif, is een vrij forse bruine vogel, die overal in het kustgebied voorkomt waar er mensen wonen. Iedereen kent wel zijn prachtige zang, waarmee hij ons 's morgens vroeg wekt. Reeds om 5 uur begint hij als één der eerste vogels te zingen, soms samen met de dagukafowru. Ook kennen we hem van zijn doordringende alarmroep die klinkt als dju dju dju. Vooral tegen de avond horen we dat. Hij is vooral luidruchtig als hij bezig is met zijn nest. Het nest is komvormig, dode grassen bekleed met groen plantenmateriaal. Soms maakt hij meerdere nesten, maar hij bewoont er maar één. Het nest zit vaak onder de vloer van een huis op neuten of onder de dakrand. Het nest wordt bij onraad stilletjes verlaten, waarna de vogel op een afstand uitdagend begint te roepen. Zo lukt het soms de aandacht van de indringer van het nest weg te halen. Op een veilige plek komt de boontjedief vaker terug om er te broeden. Het voedsel van de boontjedief is erg afwisselend. Hij eet van alles wat hij tegen komt, vooral vruchten en insekten. De eerste twee foto's zijn gemaakt door Leo Olmtak, de tweede van een jong met gespikkelde borst. De derde en vierde zijn gemaakt door J.H. Ribot in maart 2001 en dan volgt een foto gemaakt door Carla Out in September 2006, alles in Paramaribo. Dominiek Plouvier maakte in zijn tuin een video van een opgewonden boontjedief in september 2022. |
Video (klik op de link of op de 'play'-knop om te kijken) | ||
---|---|---|
Video opname van een Vaalborstlijster, Bonkidif © ; |
|
|
Verdeling van waarnemingen over het jaar | Waarnemingen van broeden over het jaar |
---|---|
The 1004 reported observations of this bird in Suriname, mainly for the last 50 years up to 2018, have been grouped by month. More birds on one day are counted as one observation. Of course, if the graph should depict the total number of birds seen, the differences between the months could be much more pronounced. | The 145 reported breeding observations of this bird in Suriname. Most observations are about nest with eggs, some about fledglings, or feeding at a nest or the building of a nest. Of the about 5000 nests and eggs found for all species together, about 1/3 comes from the egg collection of Penard between 1896 and 1905. For some reason most collecting then was done in the first half of each year, so the shown distribution does not necessarily reflect the actual breeding preferences. The main dry season in Suriname is reckoned to be from half August to the end of November, the main wet season from half April to half August, but the the timing of begin and end does vary from year to year. Around March a second dry season often occurs. |