Greater Yellowlegs / Grote Geelpootruiter

Greater Yellowlegs (Tringa melanoleuca)

Foto's (klik er op om te vergroten)
© Erik Toorman	© Carl Beel	© Klaas de Jong
grote en kleine GPR © Ton Plug	Frans Guyana © Pascal Dubois	Frans Guyana © Alexandre Renaudier
Frans Guyana © Michel Giraud-Audine

Grote geelpootruiter: Je ziet deze vogels langs de kust op de modderbanken, net als op de foto. Daar zoekt hij vissen, garnalen en insecten. Ze broeden in Noord-Amerika, maar ook in de zomer zijn er toch heel wat van deze soort in Suriname. Ze hebben een licht omhooggebogen snavel, die aan de basis iets minder donker is en langer is dan het hoofd.
De eerste foto is gemaakt door Erik Toorman in Coronie in oktober 2010, de tweede door Carl Beel in het Bigi Pan gebied in februari 2013. Pascal Dubois maakte zijn foto in Frans Guiana in 2002 en de volgende komt ook uit Frans Guyana, gemaakt door Alexandre Renaudier in de buurt van Mana in september 2005.

Verspreiding

Elk klein vierkant stelt minstens één waargenomen vogel voor of een groep, grotere vierkanten minstens vier verschillende dagen met waarnemingen en de grootste vierkanten minstens tien. De kleur geeft aan: blauw voor de kustvlakte, geel voor savanne en rood voor het oerwoud.
Niet alle plaatsen in Suriname worden even goed bezocht door vogelaars, dus de verdeling van de vierkanten geeft een indicatie van de plaats van de vogels, maar ook van de vogelaars. Op sommige plaatsen in het zuiden zijn geen observaties van vogels, door ervaren vogelaars, binnen een straal van 60 kilometer.

Voorkomen in diverse zones
kustvlakte (blauwe stippen op de kaart) :
noordelijke savanna (gele stippen (in het noorden)) :
regenwoud onder 400 m (rode stippen) :
regenwoud boven 400 m (rode stippen) :
Sipaliwini savanna (gele stippen (in het zuiden)) :
Blanco als de vogel niet overtuigend is aangetoond in die zone. Data geïnterpreteeerd door Arie Spaans, Otte Ottema en Jan Hein Ribot.

Namen
Wetenschappelijke naam:	Tringa melanoleuca
Orde:	Charadriiformes
Familie:	Scolopacidae, 25 in Suriname
Nederlands:	Grote Geelpootruiter
Engels:	Greater Yellowlegs
Sranan ('Surinaams'):	Bigi toriman
Guyana:
Papiamento:
Spaans (Venezuela):	Tigüi-tigüe grande
Portugees (Brazilië):	Maçarico-grande-de-perna-amarela
Arowaks:
Carib:
Frans:	Grand chevalier

Verdeling van waarnemingen over het jaar	Waarnemingen van broeden over het jaar

The 405 reported observations of this bird in Suriname, mainly for the last 50 years up to 2018, have been grouped by month. More birds on one day are counted as one observation. Of course, if the graph should depict the total number of birds seen, the differences between the months could be much more pronounced.	The reported breeding observations of this bird in Suriname. Most observations are about nest with eggs, some about fledglings, or feeding at a nest or the building of a nest. Of the about 5000 nests and eggs found for all species together, about 1/3 comes from the egg collection of Penard between 1896 and 1905. For some reason most collecting then was done in the first half of each year, so the shown distribution does not necessarily reflect the actual breeding preferences. The main dry season in Suriname is reckoned to be from half August to the end of November, the main wet season from half April to half August, but the the timing of begin and end does vary from year to year. Around March a second dry season often occurs.

Verdeling van waarnemingen over het jaar

Waarnemingen van broeden over het jaar

The 405 reported observations of this bird in Suriname, mainly for the last 50 years up to 2018, have been grouped by month. More birds on one day are counted as one observation. Of course, if the graph should depict the total number of birds seen, the differences between the months could be much more pronounced.

The reported breeding observations of this bird in Suriname. Most observations are about nest with eggs, some about fledglings, or feeding at a nest or the building of a nest.

Of the about 5000 nests and eggs found for all species together, about 1/3 comes from the egg collection of Penard between 1896 and 1905. For some reason most collecting then was done in the first half of each year, so the shown distribution does not necessarily reflect the actual breeding preferences.
The main dry season in Suriname is reckoned to be from half August to the end of November, the main wet season from half April to half August, but the the timing of begin and end does vary from year to year. Around March a second dry season often occurs.

Laatste update: november 2023 door Jan Hein Ribot. Commentaar of fotos naar: jhribot ( residing at ) gmail (point!) com.
observations can be uploaded to suriname.observation.org or ebird.org ).