Hoatzin (Opisthocomus hoazin) |
Foto's (klik er op om te vergroten) | ||
---|---|---|
© Dick Jonkers | © Cheryll Tjon | © Ton Plug |
© Ton Plug | © Ton Plug | Guyana © Dominiek Plouvier |
Guyana © Dominiek Plouvier | Frans Guyana © Sylvain Uriot |
Hoatzin:. De Hoatzins worden tegenwoordig alleen gezien langs de Corantijn en enkele van zijn zijrivieren, maar vroeger is er ook wel een gevangen langs de Marowijne. Bij Apura zijn ze algemeen en soms in groepen te zien in de vegetatie langs het water. Ze zitten vaak in de buurt van Moko Moko (zoals op de foto hierboven), ook omdat ze de bladeren daarvan graag eten. Die bladeren verteren ze in hun krop, samen met andere bladeren en vruchten. Het nest is ook langs het water en heel jonge vogels kunnen al het nest verlaten en klimmen in de struiken met de extra klauwtjes die ze aan hun vleugels hebben, een byzonderheid van deze soort. Het vlees ruikt onaangenaam en dat zal een van de redenen zijn waarom er op deze soort niet gejaagd wordt. In Guyana heet de Hoatzin Canje Fazant, hij komt er meer voor dan in Suriname en is de nationale vogel van Guyana. De eerste foto is van een groep Hoatzins, genomen door Dick Jonkers langs de Coranrijn rivier bij Apura in Suriname in maart 2006. Op ongeveer dezelfde plaats zag ook Cheryll Tjon de vogels in september 2014. Dan nog twee foto's die gemaakt zijn door Dominiek Plouvier langs de Mahaica rivier in Guyana in augustus 2007. |
|
|
Verdeling van waarnemingen over het jaar | Waarnemingen van broeden over het jaar |
---|---|
The 38 reported observations of this bird in Suriname, mainly for the last 50 years up to 2018, have been grouped by month. More birds on one day are counted as one observation. Of course, if the graph should depict the total number of birds seen, the differences between the months could be much more pronounced. | The reported breeding observations of this bird in Suriname. Most observations are about nest with eggs, some about fledglings, or feeding at a nest or the building of a nest. Of the about 5000 nests and eggs found for all species together, about 1/3 comes from the egg collection of Penard between 1896 and 1905. For some reason most collecting then was done in the first half of each year, so the shown distribution does not necessarily reflect the actual breeding preferences. The main dry season in Suriname is reckoned to be from half August to the end of November, the main wet season from half April to half August, but the the timing of begin and end does vary from year to year. Around March a second dry season often occurs. |