Saffron-crested Tyrant-Manakin (Neopelma chrysocephalum) |
Foto's (klik er op om te vergroten) | ||
---|---|---|
© Pieter Verheij | © N. Takano | © Paul Baker |
© Hideo Tani |
De Geelkuif Tiranmanakin wordt vaker gehoord dan gezien (het geluid van de zang en van de roep werden opgenomen door Foek Chin Joe bij Zanderij in februari 2004). De vogels hebben een gele/oranje vlek op hun kruin (zichtbaar op ed foto door Hideo Tani) en licht oranje ogen (soms wit) en een gele buik. De beste kans ze te zien is op de savanne. Ze geven een show als ze zingen, Otte Ottema schrijft: "De vogel zat op en horizontale tak ongeveer 5m boven de grond en sprong voortdurend 20 cm in de hoogte met gebruik van zijn vleugels, zingend bij elke sprong. Ook zette hij zijn geel-oranje kuif op tussen de sprongen, maar dat niet iedere keer." Een springende geelkuif tiranmanakin is gefilmd door Ward Vercruysse, op 1 maart 2009 op Zanderij, een mooi gezicht! Foto van een geelkuif tiranmanakin, gemaakt door Pieter Verheij bij Phedra en een door N. Takano vlakbij Zanderij airport ofwel het J.A. Pengel vliegveld in respectievelijk 2005 en 2004. De laatste is van Paul Baker in februari 2013. Ward Vercruysse maakte de video met het geluid en springen van deze geelkuif tiranmanakin. |
Vogelgeluiden (klik er op om te luisteren) | ||
---|---|---|
Geluidsopname van een Geelkuif tiranmanakin © Foek Chin Joe | Geluidsopname van een Geelkuif tiranmanakin © Foek Chin Joe |
Video (klik op de link of op de 'play'-knop om te kijken) | ||
---|---|---|
Video opname van een Geelkuif tiranmanakin © ; |
|
|
Verdeling van waarnemingen over het jaar | Waarnemingen van broeden over het jaar |
---|---|
The 117 reported observations of this bird in Suriname, mainly for the last 50 years up to 2018, have been grouped by month. More birds on one day are counted as one observation. Of course, if the graph should depict the total number of birds seen, the differences between the months could be much more pronounced. | The reported breeding observations of this bird in Suriname. Most observations are about nest with eggs, some about fledglings, or feeding at a nest or the building of a nest. Of the about 5000 nests and eggs found for all species together, about 1/3 comes from the egg collection of Penard between 1896 and 1905. For some reason most collecting then was done in the first half of each year, so the shown distribution does not necessarily reflect the actual breeding preferences. The main dry season in Suriname is reckoned to be from half August to the end of November, the main wet season from half April to half August, but the the timing of begin and end does vary from year to year. Around March a second dry season often occurs. |