Violaceous Euphonia (Euphonia violacea) |
De geeldas is een vogel waarvan het mannetje erg mooi gekleurd is: van boven glanzend blauwzwart met een kanariegeel voorhoofd, onder geheel kanariegeel, met wat wit onder op de staart. Het vrouwtje is onopvallend groen. We vinden de geeldas in wat hogere bomen, vooral in de plantages en soms op Lelydorp. Ook in de Cultuurtuin is hij af en toe te zien. Hij is vooral te herkennen aan z'n zoete gezang dat erg afwisselend is. Het zingen kan wel minutenlang duren, waarbij ook andere vogels nagedaan worden, zoals de gadotjo en de boontjdief (misschien kun je zelf nog andere geluiden herkennen in zijn gezang). Vooral kleine vruchtjes vindt hij lekker, op fowroedoti is hij gek. Het nest is balvormig en bestaat uit dode bladeren, wortels en mos. De ingang zit aan de zijkant. Het vrouwtje legt meestal drie of vier eieren en broedt op haar eentje de eieren uit. Het mannetje helpt dan weer mee om de jongen te voeren. De geeldas wordt wel in kooitjes gehouden, maar lang niet meer zo vaak als vroeger. Een eeuw geleden was de kanarie zoals hij toen genoemd werd de geliefste kooivogel, populairder dan twa twa en piculet. Tigrimans (jonge vogels met gevlekt kleed) en repmans (volwassen mannetjes) werden gevangen met lijmstokjes en knipkooien. Ze kosten toen op de markt wel vijftig cent, maar de winnaar van een zangwedstrijd was natuurlijk veel duurder. Maar ook toen waren de twa-twa's al duurder, vijf gulden zelfs (gelezen in het boek van Penard, waar nog veel meer staat over blauw- en geeldassen in kooien)! Een leuke hobby kan zijn om te proberen de geeldas te laten broeden in een wat grotere kooi. Foto van een mannetje Geeldas, die nest materiaal naar zijn nest brengt op Charlesburg, gefotografeerd door Foek Chin Joe in juli 2006. Dan een mannetje gefotografeerd door Dennis Binda (2008), dan twee foto's door Jan Hein Ribot van een mannetje en een vrouwtje in Lelydorp in februari 2014 in een Croton en drie van een broedend paartje in een orchidee (Epidendrum stenopetalum) in maart 2013 door Erik Toorman gezien op de campus van de ADEK. Ook te zien op de foto is een Pikin Fowru-sopo (beide planten-determinaties door Pieter Teunissen). Jan Hein Ribot fotografeerde een geeldas terwijl at van de bospapaya (Cecropia) en toen hij besjes zocht in een Ficus, samen met veel tangara's op Overbridge in oktober. Dominiek Plouvier maakte de video van een vrouw Geeldas die de vruchten van de kerkpalm (Dypsis lutescens) smakelijk vindt. |
Video (klik op de link of op de 'play'-knop om te kijken) | ||
---|---|---|
Video opname van een Violette Organist, Geeldas © ; |
|
|
Verdeling van waarnemingen over het jaar | Waarnemingen van broeden over het jaar |
---|---|
The 573 reported observations of this bird in Suriname, mainly for the last 50 years up to 2018, have been grouped by month. More birds on one day are counted as one observation. Of course, if the graph should depict the total number of birds seen, the differences between the months could be much more pronounced. | The 18 reported breeding observations of this bird in Suriname. Most observations are about nest with eggs, some about fledglings, or feeding at a nest or the building of a nest. Of the about 5000 nests and eggs found for all species together, about 1/3 comes from the egg collection of Penard between 1896 and 1905. For some reason most collecting then was done in the first half of each year, so the shown distribution does not necessarily reflect the actual breeding preferences. The main dry season in Suriname is reckoned to be from half August to the end of November, the main wet season from half April to half August, but the the timing of begin and end does vary from year to year. Around March a second dry season often occurs. |