Yellow-hooded Blackbird (Chrysomus icterocephalus) |
Deze vogels leven in groepen op plaatsen met veel water, zoals bijvoorbeeld de rijstvelden in Nickerie en Coronie, maar ook op grasvelden en in de zwampen dicht bij Paramaribo. In het nest wordt soms het ei uitgebroed van een putter (Glanskoevogel), een bekende broedparasiet in Suriname (Th. Renssen vond zo'n nest). Nesten worden gevonden tussen april en september.). De eerste foto is gemaakt door Dominiek Plouvier in Nickerie in september 2008, de tweede door Ricardo van Dijk op Weg naar Zee in februari 2013 en de volgende is een oudere foto gemaakt door Joop Schultz. Dan volgen twee jonge mannetjes die van kleur verschieten gemaakt in de rijstvelden van Nickerie door Jan Hein Ribot in 2006, een mannetje met drie vrouwtjes of jonge vogels in een boom door Dominiek Plouvier en een juveniel door Pieter Verhey in January 2007 en een door Michel Giraud-Audine in Frans Guyana bij Guatemala in juni 2104. Armida Madngisa zag de troepiaal in het bos te Kabalebo. Ze worden in steeds grotere groepen gezien in Nickerie (J. Luchmun '23). Dominiek Plouvier maakte de video waarop ook kort het aardige geluid van deze troepiaal te horen is. |
Video (klik op de link of op de 'play'-knop om te kijken) | ||
---|---|---|
Video opname van een Geelkoptroepiaal, Ger?de karufowru © ; |
|
|
Verdeling van waarnemingen over het jaar | Waarnemingen van broeden over het jaar |
---|---|
The 196 reported observations of this bird in Suriname, mainly for the last 50 years up to 2018, have been grouped by month. More birds on one day are counted as one observation. Of course, if the graph should depict the total number of birds seen, the differences between the months could be much more pronounced. | The 26 reported breeding observations of this bird in Suriname. Most observations are about nest with eggs, some about fledglings, or feeding at a nest or the building of a nest. Of the about 5000 nests and eggs found for all species together, about 1/3 comes from the egg collection of Penard between 1896 and 1905. For some reason most collecting then was done in the first half of each year, so the shown distribution does not necessarily reflect the actual breeding preferences. The main dry season in Suriname is reckoned to be from half August to the end of November, the main wet season from half April to half August, but the the timing of begin and end does vary from year to year. Around March a second dry season often occurs. |